Historie Melkvervoer
Trapper over Herman Muijs

TRAPPER, VERTELD OVER HERMAN MUIJS

Herman Muijs - Een leven met en voor zuiveldistributie-materieel.


Een site over het melkvervoer van vroeger tot nu kan niet zonder de man die aan de wieg heeft gestaan van het moderne distributievervoer van melk en melkproducten, zowel bij CMC - Sterovita als bij Melkunie Holland. We hebben het over Herman Muijs, begonnen bij Sterovita in Breukelen als monteur voor de heftrucks; daarna actief als chef-garage en wagenparkbeheerder bij CMC – Melkunie Holland. In de toptijd van het zuivelvervoer beheerde Herman Muijs een wagenpark van meer dan 500 voertuigen en heftrucks. [destijds het grootste eigenvervoerbedrijf van Nederland]. Toen Albert Heijn begon met standaardiseren van de opslag van zuivelproducten in zijn winkels, door middel van roll-inn containers, had Herman Muijs een groot aandeel in het ontwikkelen van de laadbakken voor het vervoer hiervan. De laadbakken werden - inclusief de Netam laadklep - op een nieuw wagen-chassis overgezet, na een grote opknapbeurt door Deckers in Leiden. Deckers was de leverancier van al het opbouwwerk van de wagens van Melkunie.

Herman Muijs was een man die stond op het nakomen van afspraken. Daarom had niemand het lef om dat wat op papier stond, niet na te komen. Gebeurde het niet volgens afspraak, dan waren de rapen gaar, en werd er op duidelijke en niet mis te verstane wijze aan b.v. de leverancier aangegeven dat planning planning was en niets anders. Hij stond voor zijn wagenpark, ook die keer dat hij, na een ongeval met een distributiewagen, voor het gerecht moest getuigen. Melkunie werd veroordeeld, en Herman Muijs nam in het vervolg geen risico, en gaf het onderhoudsschema aan. Het onderdeel dat mogelijk de problemen had veroorzaakt, liet hij altijd met een grote beurt vervangen.

Herman Muijs was ook de man die een door een luchtcilinder werkend rolluik liet ontwerpen bij Deckers. 40.000 keer heeft het testrolluik de open-dichtslag gemaakt op de proefopslag bij Deckers voor dat het in de distributiewagens werd gemonteerd. Voor die tijd moest het Henderson rolluik met Rungis sluiting handmatig worden geopend en gesloten. Sommige gebruikers besloten daarom om het rolluik ‘s morgens te openen, en na de laatste klant weer te sluiten. Dit kwam de aflevertemperatuur van de producten natuurlijk niet ten goede.

Ook zijn haat - liefde verhouding met de distributieleiding, en concern-bestuurders, was er één van: jullie moeten je bemoeien met zaken waar je verstand van hebt, en niet met die van techniek. Brieven aan deze afdelingen begon hij met stroop, maar eindigden dikwijls met azijn, waarmee hij meestal bereikte wat hij wilde. Herman Muijs stond in hoog aanzien bij zijn leveranciers, vanwege de eerlijke en oprechte manier van zaken doen. Hij was een Scania-Vabis man in hart en nieren. Hij ontwierp ook de rij-test voor chauffeurs, waarvoor je moest slagen of je kwam niet op "zijn" Scania's..

Na Scania, werd DAF een van de hoofdleveranciers voor de voertuigen voor het distributiewerk. Een bekend gezegde was in die jaren, DAF is gemaakt door boeren, bereden door boeren en onderhouden door boeren. Het wagenpark bestond voor 70% uit DAF-voertuigen en de overige 30% bestond uit Scania en Mercedes bestelbussen. Voor het schoolmelkvervoer kocht hij Ford's bij Alex van Keulen in Amersfoort.

Herman Muijs heeft afscheid genomen van Melkunie Holland in Woerden, zijn thuisbasis, in 1988. Tijdens de receptie is een streep gezet in het actief zijn door het melkdistributie-materieel. Door een aantal sprekers werden zijn werkzaamheden en inzet voor het concern, met een lach en grote waardering gememoreerd. Het was een afscheid van niet alleen een groot techneut, maar ook van een wagenpark dat met de jaren minder en minder werd. Het resultaat is bekend, auto's met gordijntjes rijden nu de zuivelproducten naar de afnemers. Herman Muijs is overleden, zijn grote kennis en inzicht zijn met hem verdwenen.

 

Trapper. geplaatst januari 2009.                                                                              Met dank aan, Peter van Nimwegen en Antoon Beljaars.

Terug naar boven ↑

Pagina 31 - 04